Exportcontrole & Sanctierecht – Nederland Update: Derde Kwartaal 2020

In deze nieuwsbrief worden enkele opvallende actualiteiten beschreven uit het derde kwartaal van 2020, op het gebied van exportcontrole en sanctierecht in Nederland.

1. (Aankomende) Wet- en regelgeving en/of wijzigingen
A. Tot 1 januari 2021 hoeft exporteur niet in EU gevestigd te zijn

Eerder meldde de Belastingdienst dat vanaf 1 oktober 2020 op de export-/uitvoeraangifte alleen een in de Europese Unie (“EU”) gevestigde persoon mag worden vermeld als exporteur. Deze datum wordt nu verschoven naar 1 januari 2021. De Belastingdienst is namelijk nog aan het onderzoeken of er consequenties zijn voor de niet-fiscale wetgeving van de definitie “exporteur” in de douaneaangifte. Het verschuiven van de datum heeft de volgende gevolgen:               

  • tot 1 januari 2021 blijft het toegestaan om op de uitvoeraangifte een exporteur te vermelden die niet in de EU is gevestigd;
  • vanaf 2021 moet een exporteur worden vermeld die wél in de EU is gevestigd (Persbericht Belastingdienst, 28 september 2020).

B. Wetsvoorstel toetsing economie & nationale veiligheid

Op 9 september 2020 ging de Wet toetsing economie & nationale veiligheid in consultatie. De consultatie eindigde op 7 oktober 2020. De reacties zijn hier te vinden: [LINK].

Nieuwe technologieën transformeren de Nederlandse economie en samenleving in een snel tempo. Met de Wet toetsing economie & nationale veiligheid wordt een toets ingevoerd op activiteiten die leiden tot wijzigingen in de zeggenschap of invloed op ondernemingen die beschikken over sensitieve technologie (bijvoorbeeld als gevolg van investeringen en fusies). De categorie “sensitieve technologie” omvat in ieder geval strategische goederen (zowel dual-use goederen, als militaire goederen) waarvan de uitvoer onderworpen is aan exportcontrole. De vraag welke sensitieve technologieën binnen de reikwijdte van de nieuwe wet vallen, wordt bezien in samenhang met de in voorbereiding zijnde sectorspecifieke investeringstoets voor de Nederlandse defensie-industrie (ontwerp-Memorie van toelichting bij wetsvoorstel Wet toetsing economie en nationale veiligheid, 8 september 2020).

Naast het Wetsvoorstel toetsing economie & nationale veiligheid, werkt het kabinet op dit moment aan aanvullende maatregelen ter bescherming van de Nederlandse defensie-industrie tegen ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. “Met een nieuw te introduceren sectorale investeringstoets op het gebied van defensie, kan voorkomen worden dat bepaalde overnames en investeringen leiden tot risico’s voor de nationale veiligheid” (Kamerstukken 2019/2020, 31125, nr. 113).

C. Initiatiefwetsvoorstel-Verhoeven Wet Zerodays Afwegingsproces

Op 23 september 2020 sprak de Tweede Kamer over een initiatiefwet van D’66-Kamerlid Verhoeven: de Wet Zerodays Afwegingsproces. Zerodays, of onbekende kwetsbaarheden, zijn fouten in software die nog onbekend zijn bij de maker van de software (de maker heeft nul dagen gehad om het gat te dichten). Programmeren is mensenwerk en dat betekent dat softwarecodes vaak fouten bevatten (Kamerstukken II 2018/2019, 35257, nr. 3). Zerodays kunnen gebruikt worden om de werking van software te manipuleren, oftewel te hacken. “Als overheden zerodays vinden of aankopen ontstaat er een dilemma. Moet de zeroday worden gemeld bij de producent of leverancier zodat het gat in de software gedicht kan worden en het betreffende product of apparaat veilig gemaakt worden tegen hacks? Of moet de overheid de zeroday niet melden om zelf te gebruiken om te hacken?” (Kamerstukken II 2018/2019, 35257, nr. 3). Het voorstel van de initiatiefwet bestaat onder meer uit een bepaling waaruit blijkt dat bestuursorganen zerodays bekend moeten maken aan de producent of leverancier van de software.

Tijdens het parlementaire debat over de Wet Zerodays Afwegingsproces merkte de minister van Justitie & Veiligheid, Grapperhaus, op dat de verkoop van zogenoemde “intrusionsoftware” onderhevig is aan exportcontrole (Handelingen II 2020/2021, nr. 5, item 14). Bepaalde cybersurveillance-goederen en -technologieën staan voor het potentiële gebruik in civiele of militaire toepassingen onder exportcontrole, legt Grapperhaus uit. Dat geldt onder meer voor de export van technologieën voor de ontwikkeling van de intrusionsoftware (software die gebruik maakt van kwetsbaarheden in systemen). Die goederen zijn opgenomen in de controlelijst van de Europese Dual-Use Verordening. Een bedrijf dat in de EU gevestigd is, is verplicht een vergunning aan te vragen voor het exporteren van dergelijke goederen buiten de EU. Grapperhaus merkt op dat Nederland vergunningsaanvragen voor die goederen afwijst als er zorgen bestaan over het eindgebruik in relatie tot mensenrechtenschendingen. Daarover is een brief gegaan naar de Tweede Kamer op 16 juli 2020 van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waarin de minister Kamervragen over cybersurveillancetechnologie en exportcontrole beantwoordt. Eén van de vragen die de minister beantwoordt, is de vraag of (cyber)surveillance-apparatuur dual-use goederen zijn. Op 23 september 2020 geeft minister-president Rutte aan dat het kabinet de noodzaak aan het onderzoeken is tot uitbreiding van exportcontrole op cybersurveillancegoederen (Handelingen II 2020/2021, nr. 5, item 12).

2. Officiële Publicaties
A. Moties m.b.t. Russisch gas & Nord Stream 2

Op 28 september 2020 verschenen er twee moties van Tweede Kamerlid Van der Staaij. Russisch gas speelt hierbij een hoofdrol. Tijdens de aanleg van de eerste Nord Stream-pijpleiding was Europa nog enthousiast, legt Boersma uit in een krantenartikel in Trouw (27 september 2020). Deze eerste gaspijplijn zou de afhankelijkheid van doorvoerland Oekraïne verminderen. Dit zou de EU, vanwege gasconflicten tussen Rusland en Oekraïne, goed uitkomen. Gazprom, de eigenaar van de gaspijplijn, hoefde daarom van de EU niet te voldoen aan de regels die voor andere energieconcerns wel golden, zoals de splitsing van het bedrijf in een transport- en productietak, toegang geven aan derden en transparant werken. Met de komst van de nieuwe EU Gasrichtlijn in 2019 werden deze verplichtingen wel opgelegd aan Nord Stream 2. Van handhaving was echter nog geen sprake en er kwam zelfs een nieuwe lobby op gang voor het opheffen van de verplichtingen, legt Boersma uit (27 september 2020).

In de eerste motie geeft Van der Staaij aan dat Nord Stream 2 grote geopolitieke implicaties heeft. Daarbij verzoekt hij de Nederlandse regering om in EU-verband te pleiten voor een strikte interpretatie van de nieuwe EU Gasrichtlijn (Kamerstukken II 2020/2021, 35373, nr. 4).

In de tweede motie verzoekt Van der Staaij de Nederlandse regering zich “in EU-verband te blijven inspannen voor het minimaliseren van de afhankelijkheid van Russisch gas door te bevorderen dat meer geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld gas uit de Verenigde Staten en in alternatieve energiebronnen” (Kamerstukken II 2020/2021, 35373, nr. 12).

B. Rapport: ‘Het Nederlandse Wapenexportbeleid in 2019’

Op 4 september 2020 boden de ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het rapport ‘Het Nederlandse Wapenexportbeleid in 2019’ aan de Tweede Kamer aan. In dit rapport wordt onder andere ingegaan op “de instrumenten, procedures en uitgangspunten van het Nederlandse wapenexportbeleid. Tevens wordt aandacht besteed aan het karakter van de Nederlandse defensie- en veiligheid-gerelateerde industrie en is een aantal internationale ontwikkelingen op het terrein van de wapenexportcontrole beschreven” (Kamerstukken II 2020/2021, 22054, nr. 331).

Belangrijke wijzingen in 2019 hebben onder meer betrekking op Jemen, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (“VAE”), Egypte en Turkije. In het rapport wordt uiteengezet dat het Nederlandse exportcontrolebeleid een zogenaamd “presumption of denial” kent. Dit houdt in dat vergunningaanvragen voor de export van militaire goederen en dual-use goederen met militair eindgebruik naar bepaalde eindbestemmingen wordt afgewezen, “tenzij onomstotelijk vaststaat dat deze goederen niet worden ingezet bij het conflict in Jemen” (p. 8). Sinds 2016 is een “presumption of denial” van kracht voor Saoedi-Arabië. Per november 2018 is de “presumption of denial” uitgebreid naar de VAE en Egypte. Daarnaast heeft de Nederlandse regering in oktober 2019 besloten om het Nederlandse wapenexportbeleid ten aanzien van Turkije aan te scherpen, in reactie op de Turkse operatie in Noord-Syrië (p. 9).

Daarnaast gaat het rapport in op de aard en omvang van de in 2019 afgegeven uitvoervergunningen en omvat het rapport een sectie over ontwikkelingen op het terrein van exportcontrole van dual-use goederen, aldus de Aanbiedingsbrief (d.d. 4 september 2020) van de ministers (Kamerstukken II 2020/2021, 22 054, nr.331).

Enkele weken later – op 25 september 2020 – werden vragen en opmerkingen gepubliceerd die de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking had over het rapport ‘Het Nederlandse Wapenexportbeleid in 2019’ (Kamerstukken II 2020/2021, nr. 2020D39078).

C. Exportcontrole technologie gerelateerd aan virussen en vaccins

Op 7 september 2020 beantwoordden de ministers van Justitie & Veiligheid en Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Kamervragen over het bericht ‘Spionnen op de loer: “vooral China aast op vaccinkennis”’ (ingezonden 17 juni 2020). In deze kamerbrief merkt de minister van Justitie & Veiligheid op dat er in Nederland op grond van dual-use exportcontrole beperkingen van toepassing kunnen zijn op het delen van technologie gerelateerd aan virussen en vaccins.

D. Ahrar al-Sham

Ahrar al-Sham is een groepering met een jihadistische en salafistische achtergrond, die onder meer actief was tijdens de Syrische burgeroorlog. De strijdgroep bevond zich jarenlang in een “grijs gebied”: de groepering staat niet op internationale terreurlijsten, maar sommige landen beschouwen de strijdgroep wel als terroristisch. In 2019 werd Ahrar al-Sham door een Nederlandse rechter bestempeld als terroristisch.

Op 25 september 2020, stuurde de Voorzitter van de Tweede Kamer een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken. In deze brief informeert de minister de Tweede Kamer over de uitvoering van een motie waarin de Tweede Kamer vraagt om Ahrar al-Sham voor te dragen voor de Europese sanctielijst terrorisme en bij gebrek aan consensus Ahrar al-Sham toe te voegen aan de Nationale sanctielijst terrorisme (Kamerstukken II 2020/2021, 29754, nr. 558).

De minister geeft aan dat, ondanks de Nederlandse inspanningen, het niet gelukt is om Ahrar al-Sham toegevoegd te krijgen aan de Europese sanctielijst. Plaatsing op de Nederlandse sanctielijst is volgens de minister niet mogelijk, omdat er geen aanwijzingen zijn dat de organisatie in of vanuit Nederland (een poging tot) terroristische activiteiten ontplooit of betrokken is bij het faciliteren daarvan (Kamerstukken II 2020/2021, 29754, nr. 558).

E. Algemene leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) (21 juli 2020)

Op 21 juli 2020, publiceerde het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Justitie & Veiligheid, de Algemene leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (“Wwft”). De leidraad is niet-bindend en komt daarom niet in plaats van reeds bestaande wet- en regelgeving. Het doel van de Algemene Leidraad Wwft is om onder toezicht staande Wwft-instellingen hulp te bieden bij de toepassing van de wettelijke verplichtingen. “De leidraad heeft betrekking op de algemene aspecten van de Wwft die voor alle Wwft-instellingen gelden. De leidraad moet dan ook gelezen worden in samenhang met de specifieke leidraden die door de verschillende betrokken toezichthouders zijn gepubliceerd” (Algemene Leidraad Wwft, 2020, p. 4).

F. Wob-verzoek publicatie namen zeeschepen die onder NL-vlag varen

Op 9 september 2020 publiceerde de overheid overzichten met de namen van (alle) Nederlandse en buitenlandse zeeschepen die onder de Nederlandse vlag varen (Bijlage 1, Bijlage 2, Bijlage 3, Bijlage 4, Bijlage 5). De overheid publiceerde deze gegevens naar aanleiding van een Wob-verzoek.

3. Onderwerp I: Brexit

Het Verenigd Koninkrijk (“VK”) verlaat op 1 januari 2021 hoe dan ook de EU. Dat heeft de Britse minister voor Kabinetszaken – Michael Gove – in juni 2020 via Twitter laten weten. Op 16 juli 2020 publiceerde het Nederlandse Ministerie van Landbouw, Natuur & Visserij een persbericht waarin het verwijst naar de nieuwe importprocedures van het VK, die per 1 januari 2021 gaan gelden.

Op 20 augustus 2020 publiceerde de Nederlandse regering een overzicht met Brexit-gerelateerde gevolgen en maatregelen. In dit overzicht staan alle voorbereidingen van de Rijksoverheid voor de veranderingen na afloop van de overgangsperiode (tot en met 31 december 2020) van de Brexit. De Europese Commissie (“EC”) zal het VK toevoegen aan de lijst van landen waarvoor een Uniale exportvergunning verplicht is. Deze verplichting zal vanaf 1 januari 2021 gaan gelden. Voor de levering en doorlevering van strategische goederen (met name dual-use goederen) wordt een exportvergunning verplicht. Daarnaast moet de (door)levering gemeld worden bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (“CDIU”). De CDIU is ingelicht en bereidt zich voor op een toename aan exportaanvragen.

Op 7 september 2020 berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (“CBS”) dat in de eerste helft van 2020 de uitvoer van goederen bijna 23 miljard euro lager was, dan in dezelfde periode van 2019. Dit staat gelijk aan een afname van 9 procent. In het eerste kwartaal van 2020 was de export nog vrijwel op hetzelfde niveau als in 2019, maar in het tweede kwartaal daalde de export van goederen met 17 procent. Van de belangrijkste exportbestemmingen van Nederlands fabricaat kromp de export naar het VK met afstand het sterkst, aldus het CBS. De uitvoer van goederen van Nederlandse makelij naar het VK was in het eerste halfjaar van 2020 met bijna 2,5 miljard euro (23 procent) gedaald. Volgens een artikel in het Algemeen Dagblad van 26 september 2020, proberen honderden Britse bedrijven nog dit jaar een vestiging in Nederland te openen. Door zich in Nederland te vestigen, willen de Britse bedrijven een goede toegang tot de 446 miljoen Europese consumenten houden, aldus het krantenartikel.

4. Onderwerp II: Made in China 2025

“Made in China 2025” is een nationaal strategisch plan, afkomstig van de Chinese overheid. Dit plan is erop gericht Chinese nationale sterondernemingen te ontwikkelen en hen te helpen wereldleider te worden in sectoren zoals: “geavanceerde informatietechnologie, machines en robotica, lucht- en ruimtevaartindustrie en ruimtevaartmaterieel, uitrusting voor de scheepsbouw en hightechvaartuigen, materieel voor geavanceerd spoorwegvervoer, energiezuinige voertuigen en hernieuwbare energie, landbouwmachines en -werktuigen, nieuwe materialen, biofarmacie en hoogwaardige geneesmiddelen” (EC, EU-China – Een strategische visie, Straatsburg, 12 maart 2019, p. 6). In juni 2020 beantwoordden de Nederlandse ministers van Financiën en Economische Zaken en Klimaat Kamervragen over het bericht dat China “het oog laat vallen op (verzwakte) Nederlandse bedrijven” (Aanhangsel Handelingen II 2019/2020, nr. 3145). Uit de beantwoording van de Kamervragen blijkt dat het onder meer gaat over (familie)bedrijven in de maritieme industrie (Aanhangsel Handelingen II 2019/2020, nr. 3145). Eén van de vragen die de ministers beantwoorden is in hoeverre “Made in China 2025” gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van de Nederlandse (en Europese) maritieme industrie. Volgens de ministers heeft de Nederlandse maritieme industrie een strategie gericht op de ontwikkeling en productie van hoogwaardige innovatieve schepen en heeft de deze industrie een onderscheidende positie weten op te bouwen. Het kabinet maakt zich in internationaal en Europees verband hard voor een gelijk speelveld voor het Nederlandse bedrijfsleven, inclusief de maritieme maakindustrie. Onderdeel hiervan is de inzet van het kabinet voor het realiseren van een gelijk speelveld op de Europese interne markt voor alle ondernemingen (level playing field instrument) (Aanhangsel Handelingen II 2019/2020, nr. 3145).

Vragen?

Als u vragen heeft over een van de onderwerpen in deze nieuwsbrief kunt u contact opnemen met BenninkAmar Advocaten, per email (info@batradelaw.com) of per telefoon +31203085918.

Would you like to stay updated and receive our newsletters and legal alerts?

Please subscribe below and we will add you to our mailing list.